Vormgeving van de regionale opleiding

De opleiding tot cardioloog is gericht op het aanleren van de benodigde vaardigheden om het vak cardiologie uit te kunnen oefenen. De inhoud van de opleiding wordt samengevat in 5 basis Entrustable Professional Activities (EPA’s) en 27 thema’s, inclusief verrichtingen. De opleiding is opgebouwd uit verplichte en differentiatiestages waaraan thema’s of verrichtingen gekoppeld worden. Deze stages worden in de primaire opleidingskliniek en gedeeltelijk extern gevolgd. 

De basis EPA’s zijn: 

  • Poliklinisch werken
  • Verpleegafdeling cardiologie
  • Intercollegiale consultvoering
  • Diensten
  • Eerste Hart Hulp/Cardiac care unit

Naast deze 5 EPA’s zijn er in het LOP verrichtingen genoemd, waarin de aios aan het eind van de opleiding bekwaam moet zijn en deze verrichting zelfstandig zonder supervisie lege artis uit te voeren en soms ook te onderwijzen aan anderen (te behalen supervisieniveau tussen haakjes):

  • ergometrie (5)
  • advanced life support (5)
  • cardioversie (medicamenteus/elektrisch) (5)
  • transthoracaal echocardiogram en handheld echocardiogram (5)
  • transoesophageaal echocardiogram (4)
  • inbrengen Centraal Veneuze lijn, inclusief PICC lijn (4)
  • rechter hartkatheterisatie, inclusief cardiac output meting (3)
  • linker hartkatheterisatie (4)
  • inbrengen tijdelijke pacemakerlead (facultatief) (3)
  • basisprogrammering pacemaker/ICD (4)
  • inbrengen permanente pacemaker (facultatief) (4)
  • pericardpunctie (facultatief) (4)

In Regio Groot Amsterdam is afgesproken dat een aios minimaal niveau 3 maar evt. het niveau EPA 4 kan behalen tijdens het perifere opleidingsjaar, voor zowel de 5 EPA’s als de verrichtingen. Bij terugkomst in de A-kliniek wordt, indien EPA-niveau 4 behaald is, dit niveau in principe overgenomen ondanks de tertiaire en/of academische case-mix. Dit is mede afhankelijk van de overdracht vanuit de perifere kliniek. Uiteraard wordt dit tijdens de eerste weken geëvalueerd.

Voor de inhoud van EPA’s, thema’s en verrichtingen verwijzen we verder naar het LOP.

Schematische weergave van de opleiding AUMC

OpleidingsjaarKw
Opleidingsjaar  Kwartaal 1Kwartaal 2Kwartaal 3Kwartaal 4
1Interne geneeskundeDiensten Algemene interne geneeskunde
2Interne geneeskunde ouderen geneeskunde/ vasculaire geneeskunde en stollinglongziektenIntensive careeventueel korting #
3Cardio basis (B-kliniek)Lijnpoli*afdeling 1EHH/CCU 1beeldvorming 1 /nucleairehartcatheterisatie 1
4Cardio basis afdeling 2EHH/CCU 2beeldvorming 2hartcatheterisatie 2/ CT-scan
5Cardio basisconsultencongenitale cardiologie/ MRIEFO/PM/ICDcardiothoracale chirurgie/TEE
6Cardio verdieping *verdiepingverdiepingalgemene supervisieeventuele korting/ algemene supervisie
Schematische weergave van de opleiding AUMC

*lijnpoli wordt niet vericht tijdens klinische stage afdeling/EHH/CCU

Schematische weergave van de opleiding in het OLVG

Opleidingsjaar  Kwartaal 1Kwartaal 2Kwartaal 3Kwartaal 4
1Interne geneeskundeDiensten Algemene interne geneeskunde
2Interne geneeskunde Nefrologie (keuzestage)longziektenIntensive careEventueel korting #
3Cardio basis (B-kliniek)Lijnpoliafdeling 1EHH/CCU 1Beeldvorming 1Hartcatheterisatie 1
4Cardio basisafdeling 2EHH/CCU2EchoHartcatheterisatie 2
5Cardio basisEFO/PM/ICDImagingGUCHConsulten
6Cardio verdieping *CTC / verdiepingVerdiepingverdiepingverdieping
Schematische weergave van de opleiding in het OLVG

# in principe wordt een korting van 3 maanden op interne geneeskunde ingepland. Uiteraard dienen de competenties van de interne vooropleiding te worden behaald.

* Verdieping in kliniek met bevoegdheid: 50% van de tijd wordt besteed aan verdieping en 50% van de tijd wordt besteed aan algemene cardiologische taken (inclusief supervisie-taken). 

Bovenstaande schema’s kan per aios iets wisselen. De invulling gebeurt in samenspraak met de aios en opleidingsgroep (individueel opleiden). Dit kan eventueel betekenen dat een aios ook in het 4de of 5de jaar een perifeer opleidingsjaar volgt en bij uitzondering kunnen dit twee opeen volgende perifere opleidingsjaren zijn (NWZ Alkmaar). 

3.1 Waar kun je als aios wat leren

Tabel 1 Aanbod per opleidingskliniek

         Beeldvorming 1 en 2  
StagesEHH/CCUAfdelingConsultenDienstenLijnpoliHartcatheterisatiedevicesablatiesCTCCongenitaalEchoCTMRINucleaireSupervisieVerdieping
AUMCxxxxxxxxxxxxxxxx
OLVGxxxxxxxxx xxxxxx
Dijklanderxx xxx    xxxx  
NWZxx xxxx   xxxxxx
Spaarnexx xxxx*   xxxxxx
Ter Gooi MCxx xxx    xxx   
Aanbod per opleidingskliniek

X volgens erkenning

* Tijdelijk geen erkenning

De perifere klinieken kenmerken zich door een gedegen basis voor de stages zoals beschreven in het landelijke opleidingsplan.

3.2 Verplichte stages

De nominale duur van het basiscurriculum bedraagt 36 maanden. De inhoud van de stages wordt bepaald door de in het landelijk opleidingsplan genoemde medisch-inhoudelijke thema’s. In het basiscurriculum cardiologie worden onderstaande (verplichte) stages gevolgd:

  • congenitale hartziekten 
  • cardio-thoracale chirurgie 
  • consulten 
  • hartkatheterisatie 1 
  • hartkatheterisatie 2 
  • elektrofysiologie en devices 
  • diensten 
  • hartbewaking/eerste hart hulp 1 
  • hartbewaking/eerste hart hulp 2 
  • lijnpolikliniek 
  • niet-invasieve beeldvorming 1 
  • niet-invasieve beeldvorming 2 
  • verpleegafdeling 1 
  • verpleegafdeling 2 

De verschillende stagehouders stemmen – via de opleiders – af wat de inhoud van een stage moet zijn, op welke wijze de gestelde eindtermen – zoals beschreven in het landelijk opleidingsplan – behaald kunnen worden en welk maximaal niveau behaald kan worden per kliniek (o.a. afhankelijk van de beschikbare begeleiding, het patiënten aanbod en de lokale speerpunten). De inhoud van de stages die in de perifere klinieken worden gevolgd, worden afgestemd met de aios en opleiders, zodat ze qua inhoud zo goed mogelijk aansluiten op de stages in de A-kliniek. Als resultaat van deze consensus kan er bij het vervolgen van de opleiding in een andere kliniek gebouwd worden op de al behaalde competenties en het huidige niveau van ontwikkeling van een specifieke vaardigheid. Dit is geborgd door een gedegen overdracht m.b.v. het portfolio van de competenties en aandachtspunten van de aios. De stagebeschrijvingen hebben als doel in algemene termen te beschrijven wat de stage inhoudt. Per kliniek zal de praktische invulling van de stage verschillen; dit staat in de lokale opleidingsplannen beschreven.

3.3 Verdieping-/aandachtsjaar

Er is een ruim aanbod aan verdiepingsmogelijkheden. De aios in de gelegenheid om samen met de opleider en leden van de opleidingsgroep een verdiepingsplan te maken, waarin veel mogelijk is. Naast de verdieping in de gebruikelijke aandachtsgebieden van de cardiologie zijn er ook daarbuiten veel gebieden denkbaar, waarin verdere verdieping kan worden gezocht. In overleg met de opleider kunnen evt. andere onderwerpen gekozen worden. Het is mogelijk de verdiepingstijd te verdelen over maximaal 2 onderwerpen, bijvoorbeeld beeldvorming in combinatie met hartfalen, of cardiogenetica. Genoemde verdiepingen zijn dus slechts een greep uit de vele mogelijkheden die er voor de aios zijn, en beslaat ongeveer 50% van het laatste jaar.

Daarnaast wordt 50% gebruikt voor algemene cardiologie om de basale kennis en vaardigheden uit te breiden, extra aandacht te besteden aan de competenties uit het basiscurriculum waarin de aios nog tekortschiet of die nog onvoldoende aandacht hebben gehad, en aan supervisietaken. Van de aios wordt verwacht dat deze in de laatste 6 maanden van de opleiding zich in plant als tussen-achterwacht. De aios heeft een superviserende rol vanuit de ervaring opgedaan tijdens de klinische stages (EPA 4). De aios superviseert de jongere a(n)ios die voorwacht heeft. Er is te allen tijde een dienstdoende cardioloog eindverantwoordelijk en beschikbaar voor overleg. In de verdiepingsperiode wordt zodoende toegewerkt naar een zelfstandiger en eindverantwoordelijke superviserende rol (EPA 5).

Voor cardiologie Regio Groot Amsterdam kunnen de onderwerpen voor verdieping en profilering onder andere zijn:

  • algemene cardiologie (Spaarne, NWZ)
  • cardiale CT (ook in NWZ en Spaarne)
  • cardiale MRI (ook in NWZ en Spaarne)
  • cardiogenetica
  • congenitale cardiologie
  • elektrofysiologie
  • hartfalen (evt. assist devices, harttransplantatie)
  • intensive cardiac care cardiologie
  • invasieve cardiologie (ook in NZW)
  • nucleaire cardiologie (ook in, NWZ en Spaarne)
  • geriatrische cardiologie (ook in Spaarne)
  • pacemakers en ICD (devices ook in NZW)
  • sportcardiologie
  • klinisch leiderschap (ook in NWZ en Spaarne)
  • onderzoek
  • onderwijs
  • netwerkgeneeskunde 
  • e-Health

3.4 Speerpunten per kliniek

  • AUMC: genetica, artificial intelligence ,complexe interventies (coronairziekten en hoog volume structurele hartziekten), elektrofysiologie (innovatie devices), imaging (m.n. echo en level 3 cardiale MRI), congenitaal, CTC (aortachirurgie, pulmonale hypertensie), sportcardiologie, en onderwijs.
  • OLVG: complexe interventies (coronairziekten en structurele hartziekten), elektrofysiologie (innovatieve en hoog volume ablaties en devices), imaging (nucleaire geneeskunde, CT en level 3 cardiale MRI), CTC (minimaal invasieve chirurgie), hartfalen (HFREF en HFPEF), geriatrische cardiologie, e-health, intensive care geneeskunde.
  • Dijklander: niet-invasieve imaging (nucleaire geneeskunde, CT en cardiale MRI)
  • NWZ: niet-invasieve imaging (nucleaire geneeskunde, CT en cardiale MRI), interventie en devices
  • Spaarne: niet-invasieve imaging (nucleaire geneeskunde, CT en cardiale MRI) en geriatrische cardiologie
  • Tergooi MC: cardiale MRI en interventie.

3.5 Niet medische profileringsmogelijkheden voor aios

De aiossen worden gestimuleerd om tijdens de opleiding, volgens het LOP, zich te ontwikkelen c.q. te profileren in niet medische thema’s. Hieronder staat per kliniek de mogelijkheid hiertoe vermeld:

  • AUMC: artificial intelligence, wetenschappelijk onderzoek, onderwijs
  • OLVG: medisch leiderschap, e-health en wetenschappelijk onderzoek
  • NWZ: medisch leiderschap
  • Spaarne: medisch leiderschap

3.6 Versnelling van de opleiding

In het lokale opleidingsplan staan de mogelijkheden tot versnelling en vertraging in de opleiding beschreven. Deze afspraken zijn conform het LOP en de geldende regelgeving met betrekking tot de opleiding. Regionale afspraken betreffen het borgen van de continuïteit van de individuele opleiding van de aios. Korting op het cardiologie-deel kan alleen worden verkregen op de opleiding in de A-kliniek.

3.7 Diensten

Dienstblokken en dienstbelasting worden per kliniek bepaald door de betreffende opleiders binnen het kader van het LOP (>15%, maar < 25%). Binnen OOR NWN en in geval van (gedeeltelijke) verdiepingsstages in de Noordwest Ziekenhuisgroep in Alkmaar en het Spaarne Gasthuis in Haarlem wordt – in samenspraak met de A-opleider– ook minimaal 3x een supervisiedienst gedaan in het centrum waar de verdieping plaatsvindt. De dienstbelasting dient te voldoen aan het landelijk gesteld maximum van 25% en aan de arbeidstijdenwet.

3.8 Oneigenlijke stages/werkzaamheden

Conform het LOP wordt er gestreefd naar een individuele stage bezetting van 70% (d.w.z. de feitelijke tijd aanwezig op de stageplek, inclusief lijnpoli, maar exclusief de algemene cardiologische diensten), waarbij alleen in bijzondere situaties na overleg met de aios tijdelijk en met goede onderbouwing van afgeweken zal worden. Het is ongewenst om de aios structureel in te zetten voor de productie ten koste van een besproken stage. Er wordt door de opleidingsgroep actief gestreefd naar een optimale stagebescherming. 

De opleiders cardiologie van Regio Groot Amsterdam komen minimaal 2x per jaar bij elkaar om de inhoud en randvoorwaarden van de opleiding met elkaar te bespreken, op elkaar af te stemmen, en waar nodig te optimaliseren (vaker op indicatie). De opleiders worden ondersteund in zowel de praktische als inhoudelijke invulling van de stages/verdiepingen door de betreffende stagehouders.