Governance

1 Inleiding

Om de samenhang van de opleiding te waarborgen en om de aios goed te begeleiden in de ontwikkeling, wordt gestreefd naar de mogelijkheid om binnen één opleidingsregio de opleiding te volgen. Hiervoor is het van groot belang dat er afspraken worden gemaakt over de organisatie van de opleiding en wie waarvoor (eind-)verantwoordelijk is. Ook de opleidingsvisitaties zullen t.z.t. regionaal worden georganiseerd. De verwachting is dat deze wijze van visiteren beter inzicht geeft in de samenhang van de opleiding en opleidingslocaties in een regio.

Regio Groot Amsterdam bestaat uit twee klinieken met volledige erkenning en vier klinieken met een gedeeltelijke erkenning voor de opleiding cardiologie. Er is als regio besloten tot samenwerking om daarmee aiossen optimaal te faciliteren in de opleiding, de sterke punten van eenieder hiervoor in te zetten (bv in onderwijs, stageplaatsen, etc.) en als klinieken vanuit oogpunt van kwaliteit en duurzaamheid doelmatigheid in het opleiden na te streven. Dat houdt in dat dubbelingen in administratie, vergaderingen, etc. zoveel mogelijk voorkomen moeten worden. De regionale samenwerking moet de kwaliteit van het opleiden hoog houden. Dus vanuit het oogpunt: welk doel hebben we, wat is daarvoor nodig en wat leggen we daarvan regionaal en lokaal vast. Het regionale opleidingsplan legt op hoofdlijnen de inhoud en vormgeving van de opleiding vast, daarnaast op meer detail de organisatie van de regionale opleiding, afspraken hieromtrent en wat te doen als er geschillen zijn. Dit onderdeel van het regionale plan wordt ook wel de governance genoemd en daarover gaat deze bijlage. In het lokale opleidingsplan beschrijft iedere locatie meer op detail de inhoud, vormgeving en lokale organisatie van de opleiding. De lokale opleidingsplannen en het regionale opleidingsplan vormen daarmee een geheel. De plannen zijn afgeleid van het landelijk opleidingsplan en specifiek besluit cardiologie 2022.  

2 Bestuurlijke afspraken Regio Groot Amsterdam 

2.1 Samenstelling regio

Het regionale samenwerkingsverband voor de opleiding cardiologie bestaat uit:

Academische kliniek A-opleiding (Amsterdam UMC, locaties Meibergdreef en de Boelelaan):

  • Dr. R.B. (Ramon) van Loon, opleider
  • Dr. D. Robbers-Visser (Danielle), waarnemend opleider

Algemene kliniek A-opleiding (OLVG, locatie Oost):

  • Dr. J.P.R. (Jean-Paul) Herrman, opleider
  • Dr. J.S.S.G. (Jonas) de Jong, inkomend opleider
  • Dr. N.S. (Nicola) Vos, inkomend waarnemend opleider

Algemene kliniek B-opleiding (Tergooi MC):

  • Mw. C. (Colette) Saraber, opleider
  • Mw. M.I. (Maribel) Madera Cambero, plaatsvervangend opleider 

Algemene kliniek B-opleiding (Dijklander Ziekenhuis, locatie Hoorn):

  • Dr. P.F.M.M. (Paul) van Bergen, opleider
  • Dr. Mr. E. (Eric) Wierda, plaatsvervangend opleider, Dijklander Ziekenhuis, locatie Hoorn

Algemene kliniek B-opleiding (NoordWest Ziekenhuisgroep, locatie Alkmaar):

  • Dr. G.P. (Geert-Jan) Kimman, opleider
  • Dr. M.G.J. (Mariëlle) Duffels, plaatsvervangend opleider

Algemene kliniek B-opleiding (Spaarne Gasthuis, locatie Haarlem):

  • Dr. R. (Raymond) Tukkie, opleider
  • Dr. B. (Bart) Voogel, plaatsvervangend opleider

2.2 Bestuur 

  • Het bestuur van de regionale opleiding bestaat uit de opleiders van het AUMC, NWZ, OLVG, Tergooi MC en Spaarne Gasthuis en Dijklander ziekenhuis locatie Hoorn.
  • Binnen het bestuur wordt gestreefd naar consensus. Bij stemming hebben alle leden gelijke stem. Indien bij staken van de stemmen geen consensus bereikt wordt, zijn de stemmen van de A-opleidingen doorslaggevend. 

2.3 Taken van de bestuursleden

  • De opleiders zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de lokale opleiding;
  • De opleiders zijn verantwoordelijk voor deelname aan een lokale kwaliteitscyclus;
  • De opleiders zijn verantwoordelijk voor de scholing van de leden van de opleidingsgroep (docentprofessionalisering);
  • De opleiders dienen aiossen in de gelegenheid te stellen om deel te nemen aan verplichte opleidingsactiviteiten.

2.4 Taken van de A-opleiders

  • Zijn voorzitter en vice voorzitter van het regiobestuur (alternerend voorzitterschap);
  • Organiseren de regionale opleidingsvergaderingen;
  • Coördineren de regionale visitatie (t.z.t.);
  • Bemiddelen bij geschillen.

2.5 Aios vertegenwoordiging binnen regio + taken/verantwoordelijkheden

Binnen de regio kiezen de aiossen één vertegenwoordiger uit beide A-klinieken en een plaatsvervanger, uit alle B-klinieken samen (roulerend per kliniek) één aios met ieder een zittingsduur van minimaal 1 jaar en maximaal drie jaar in een dakpanconstructie. Deze aiossen hebben als taak de belangen van de aiossen in de regio te behartigen. De aios-vertegenwoordigers signaleren en rapporteren knelpunten binnen de opleidingen en denken actief mee over oplossingen. De aios-vertegenwoordigers zijn aanwezig bij de regionale opleidingsvergaderingen. 

3 Regionale opleidingsvergadering

3.1 Doel van de vergadering: 

  • Bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de regionale opleidingen op basis van uitkomsten uit kwaliteitsmetingen en de individuele verbeterplannen (benchmarking);
  • Delen van good practices van individuele opleidingen ter verbetering van de regionale opleidingen;
  • Zorgdragen voor de continuïteit van de opleiding van de individuele aios;
  • Bevorderen van de samenwerking binnen de regio met betrekking tot de opleiding.

3.2 De regionale opleidingsvergadering bestaat uit:

  • Opleider en/of plaatsvervangend opleider afkomstig uit de regionale klinieken
  • Iedere opleidingsgroep heeft een opleider en een plaatsvervangend opleider, benoemd volgens de lokale systematiek en volgens het landelijk opleidingsopleidingsplan.
  • Aios
  • Tenminste een aios- vertegenwoordiger per A-kliniek
  • Idem een plaatsvervangend aios-vertegenwoordiger per A-kliniek

3.3 Organisatie regionale opleidingsvergadering

De regionale opleidingsvergadering vindt tenminste twee keer per jaar plaats en op indicatie vaker. Data worden eenmaal per jaar vastgelegd voor het komende kalenderjaar. De vergadering wordt genotuleerd en de regionale PDCA wordt daarin vastgelegd.

4 Organisatie en bewaking van regionaal onderwijs en refereren

Een groot deel van het onderwijs wordt landelijk georganiseerd en gecoördineerd. Regionaal onderwijs (GAO) vindt vier keer per jaar plaats, verzorgd door de verschillende regiopartners. De data worden jaarlijks in onderling overleg vastgesteld. Aanwezigheid bij GAO onderwijs is verplicht voor aios. Beide A-klinieken hebben een eigen referaatcyclus, waarvoor alle opleiders uit de B-klinieken en aiossen van beide A-opleidingen worden uitgenodigd. Daarnaast zijn er de regionale ACV-avonden; (Amsterdamse Cardiologen Vereniging) met vier bijeenkomsten. Daarnaast stimuleren opleiders aiossen om deel te nemen aan niet verplicht discipline overstijgend onderwijs (DOO).

De evaluatie van deze onderwijsmomenten gebeurt aansluitend en de uitkomsten hiervan worden besproken tijdens de regionale vergaderingen. Verbeterpunten worden opgepakt. De verbetercyclus van het onderwijs is onderdeel van de regionale PDCA.

De opleiders registreren de deelname van de aiossen bij de verplichte onderwijsactiviteiten. Bij afwezigheid bespreekt de opleider dit met de betreffende aios. Ook stimuleren de opleiders de aanwezigheid van leden uit de opleidingsgroepen. 

5 Instroom aios

5.1 Werving- en selectieprocedure

Toelating tot de opleiding tot cardioloog in Regio Groot Amsterdam is de eindverantwoordelijkheid van de opleiders van beide A-klinieken. De aios dient door de opleider en de opleidingsgroep van het Amsterdam UMC, dan wel het OLVG, geschikt te zijn bevonden voor de opleiding tot cardioloog. De opleiders van de B-klinieken hebben hierin een adviserende rol.

Kandidaten kunnen zich voor de opleiding kwalificeren door getoonde klinische vaardigheden, leerbaarheid en motivatie in een anios positie, dan wel vanuit een onderzoeksproject of promotieplaats, waarbij de kandidaat ook heeft aangetoond goed te hebben gefunctioneerd als anios.

5.2 Verdeling aios over de regio

Nadat de aios de vooropleiding Interne met succes heeft afgerond, wordt de aios voor het basiscurriculum ingedeeld voor een perifere stage van minimaal 1 jaar. De verdeling over de regio wordt bepaald door de opleiders waarbij rekening gehouden wordt met voorkeur van de aios. Er wordt gestreefd naar een optimale verdeling over de regio met als doel de aios de cardiologie in de volle breedte aan te bieden. 

5.3 Detachering 

De aios is in loondienst bij de kliniek waar hij/zij de opleiding volgt (volgens opleidingsschema in RGS), dit betreft de B-opleidingskliniek cardiologie, het Amsterdam UMC of OLVG. Uitwisseling van aios uit andere OOR’s voor stages in het Amsterdam UMC of OLVG, maar ook tijdens verdiepingsstages in een andere kliniek dan binnen het OOR Amsterdam, geschiedt op basis van detachering. Er vindt financiële verrekening tussen de beide klinieken plaats.

In OOR Amsterdam zijn afspraken gemaakt hoe met detachering van aiossen om te gaan. Is de duur van de stage korter dan, of gelijk aan een jaar dan vindt er detachering plaats vanuit de A-kliniek. Deze afspraken zijn vastgelegd in de mantelovereenkomst van het OOR Noord West Nederland (OOR NWN) waarvan regio groot Amsterdam onderdeel van uit maakt. Dit draagt er mede zorg voor dat er minder belemmeringen zijn voor het ‘regionale verkeer’. Is de duur van de stage één jaar of langer (zoals bij de interne vooropleiding bijvoorbeeld), dan gaat de aios uit dienst, en in dienst bij de betreffende kliniek.

Afspraken over HR-zaken, introductie, vaccinaties, EPD etc. is per opleiding in het eigen lokale instellingsplan vastgelegd.  

5.4 Diensten

Dienstblokken en dienstbelasting worden per kliniek bepaald door de betreffende opleiders. Binnen de regio Groot Amsterdam en in geval van (gedeeltelijke) verdiepingsstages in de Noordwest Ziekenhuisgroep in Alkmaar en het Spaarne Gasthuis in Haarlem wordt – in samenspraak met de A-opleider – ook minimaal 3x een supervisiedienst gedaan in het centrum waar de verdieping plaatsvindt. De dienstbelasting dient te voldoen aan het landelijk gesteld minimum van 15% en maximum van 25% en aan de arbeidstijdenwet.

5.5 Beschikbaarheidsbijdrage 

De beschikbaarheidsbijdrage komt ten goede aan de kliniek waar de aios in dienst is. Dit verandert niet in geval van kortdurende deeltijdstages in een van de andere ziekenhuizen. Het RGS opleidingsschema is hierin leidend.

6 Opleiding van aios binnen Regio Groot Amsterdam

6.1 Stages als bouwstenen van de opleiding

In het regionale opleidingsplan staan de stages en het gewenste niveau per jaar beschreven. Daarin is eveneens beschreven waar een aios welke stages kan volgen. De lokale opleider is verantwoordelijk voor de uitvoering van de stages en het monitoren van de kwaliteit hiervan. Evt. zorgpunten worden regionaal gedeeld om met elkaar te bewaken dat de opleiding van de aiossen op hoog niveau is en blijft. 

6.2 Verdiepingsstage

Naast de basisopleiding doet de aios een verdiepingsstage voor de duur van 6 maanden voor 50% van de tijd. Deze vindt plaats in het 6de jaar van de opleiding. De verschillende mogelijkheden voor verdiepingsstages zijn opgenomen in het regionale opleidingsplan. In principe volgt de aios de verdiepingsstage binnen de regio. Indien een aios de differentiatiestage buiten de regio wilt volgen kan de aios daartoe een verzoek indienen bij de eigen A-opleider. Deze zal in overeenstemming met de landelijke eisen toestemming verlenen. 

6.3 Stages in andere instellingen

Indien de aios op structurele basis een (deel van) de opleiding in een andere kliniek volgt dan bij één van de regiopartners, dient er tussen beide instituten een samenwerkingsovereenkomst te worden afgesloten. Dit geldt niet voor een incidentele stage in het kader van een differentiatie. 

6.4 Niet-medische profilering

In het regionale plan is tevens beschreven welke mogelijkheden de regio biedt ten aanzien van de verdieping voor aios in vakoverstijgende, niet klinische, thema’s. 

6.5 Bespreking aios en vastleggen EPA’s bekwaamheidsniveaus en procedure voor erkenning

De A-opleider draagt er zorg voor dat de procedure van bekwaam verklaren en het vastleggen hiervan in de eigen kliniek verloopt volgens de afspraken uit het landelijk opleidingsplan cardiologie (2022). Daarmee draagt de opleider ook zorg voor de afstemming hiervan met de B-klinieken waar aiossen een deel van de opleiding volgen. Hiermee wordt de continuïteit in de opleiding van aiossen geborgd. De afspraken worden in de overdracht tussen beide klinieken in het portfolio van de aios vastgelegd. 

7 Bewaking kwaliteit van de regionale opleiding

De regionale opleiders nemen actief deel aan de regionale kwaliteitscyclus en werken aantoonbaar aan verbetering van de regionale en lokale opleiding. Iedere opleidingsgroep neemt deel aan de eigen lokale kwaliteitscyclus en afspraken hierover uit het eigen ziekenhuis. 

De verbeterplannen van de lokale kwaliteitscycli en de regionale PDCA zijn vaste agendapunten van de regionale opleidingsvergadering. Dit met als doel de borging van de kwaliteit van de regionale opleiding. 

7.1 Professionalisering opleidingsgroep

De opleiders zijn verantwoordelijk voor de docentprofessionalisering van de leden van de eigen opleidingsgroep in overeenstemming met vigerende eisen uit het landelijk opleidingsplan en de eisen uit het eigen ziekenhuis. Bijzonderheden worden in de regionale opleidingsvergadering besproken. Evt. kunnen er regionale activiteiten worden georganiseerd. 

7.2 Minder functioneren

Bij niet goed functioneren van een van de opleidingen kunnen de aios-vertegenwoordiging dit inbrengen in het regionale overleg. De basisafspraak is dat de verantwoordelijkheid voor het verbeteren van de opleiding c.q. opleidingsgroep bij de desbetreffende opleider en evt. de eigen Centrale Opleidingscommissie (COC) liggen. De voortgang hierin wordt met de regionale opleiders gedeeld. Wanneer er geen verbetering plaats vindt wordt er met de desbetreffende opleider en de andere opleiders afspraken gemaakt ter ondersteuning voor verbeteringen. 

Voor het monitoren van de kwaliteit van de regionale opleidingen wordt een regionale PDCA gehanteerd. Deze maakt onderdeel uit van de agenda en notulen van de regionale opleidingsvergadering. 

7.3 Bemiddeling bij escalatie

Bij geschillen binnen de regio vindt er escalatie naar de Centrale opleidingscommissies (COC’s) van betrokken ziekenhuizen plaats. Eventueel kunnen geschillen worden voorgelegd aan het concilium cardiologie voor aanvraag bemiddeling. Bij geschil met een aios vindt er escalatie naar de lokale Centrale Opleidingscommissie plaats (volgens regelgeving RGS).