Toetsing heeft een belangrijke plaats binnen de opleiding. Het doel van toetsen, is het formaliseren van het competentieniveau en – nog belangrijker – het geven van gerichte feedback aan de aios om op een constructieve wijze maximaal te kunnen groeien. Voor de werkwijze verwijzen we naar de lokale opleidingsplannen. Voor de dagelijkse supervisie, wijze en frequentie van toetsing en beoordeling van de aios wordt verwezen naar LOP.
5.1 Procedure bekwaam verklaren
Bekwaamverklaringen kunnen in alle deelnemende ziekenhuizen behaald worden conform de opzet en inhoud van de beschreven stages. Als toegangseis voor toekenning van een bekwaamverklaring geldt dat de aios heeft aangetoond alle professionele activiteiten die onderdeel uitmaken van een EPA op niveau 4 (zelfstandig met supervisie op afstand) te kunnen uitvoeren. De aios kan dit aantonen met beoordelingen (KPB, OSATS, reflectieverslagen, etc.) zoals dit staat beschreven in de diverse EPA’s en het LOP. Leden van de opleidingsgroep kunnen een professionele activiteit aan de aios toevertrouwen
In Amsterdamumc wordt 4 keer per jaar een OOG-bespreking georganiseerd, waarbij elke aios 2x per jaar zal worden besproken. Het oordeel van de stagehouders of hun vertegenwoordigers van de stages die de aios die periode heeft gevolgd wordt als voorbereiding gevraagd via het digitaal portfolio.
In het OLVG wordt 4-6 keer per jaar zowel anios als aios besproken in de vakgroepsvergadering. Als voorbereiding hierop wordt hieraan voorafgaand een enquête over deze a(n)ios rondgestuurd aan vakgroepleden, chefs en fellows. Resultaten worden met a(n)ios gedeeld. EPA-levels worden toegekend op basis van beoordelingen in het digitale portfolio.
Behaalde bekwaamverklaring worden overgenomen naar de volgende instelling. Wel zal de eerste keer dat een aios in een nieuw ziekenhuis een handeling verricht, een supervisor aanwezig zijn om de aios bekend te maken met nieuwe werkwijzen, materialen en apparatuur.
Voor het schema van toetsing en gebruikte toetsinstrumenten wordt verwezen naar het landelijk opleidingsplan. In bijlage 1 zijn de te verwachten bekwaamheidsniveaus gedurende de opleiding als referentie bij het monitoren van de ontwikkeling van aios, opgenomen.
5.2 Geïntensiveerd begeleidingstraject
Stagnatie in de groei van de aios dient tijdig te worden gesignaleerd en besproken tussen opleider en aios. Vaak is het mogelijk om de aios met extra ondersteuning en hulp weer op de goede weg te krijgen. Indien de extra ondersteuning niet leidt tot het gewenste resultaat en de opleider twijfelt over de geschiktheid van de aios om de opleiding voort te zetten, kan de opleider besluiten om een geïntensiveerd begeleidingstraject te starten. Dit wordt gemeld bij de COC van de kliniek waar de aios op dat moment in opleiding is, afgestemd indien in B-kliniek met de opleider uit de A-kliniek, bij de RGS, volgens de daarvoor geldende procedure. In de lokale opleidingsplannen staat de procedure uitgebreid beschreven.
5.3 Bemiddeling, geschilprocedure
Indien de aios het niet eens is met een besluit van de opleider over de opleiding dient hij/zij dit schriftelijk te melden bij de Centrale Opleidingscommissie (COC) van het ziekenhuis waar hij/zij op dat moment in opleiding is. De essentie in geval van een geschil is dat men eerst (intern) probeert te bemiddelen. Het bemiddelen en in beroep gaan in geval van een geschil is bij elke COC c.q. elk (opleidings-)ziekenhuis intern geregeld. Zie hiervoor de lokale procedures.