Onze gezamenlijke ambitie is om aiossen op te leiden tot een cardioloog die zijn/haar talenten kent en optimaal benut. Het is een gewaardeerde collega die in principe in iedere vakgroep cardiologie aan de slag zal kunnen gaan. We bundelen daarvoor onze krachten door gebruik te maken van elkaars speerpunten en die ten dienste te stellen van de aios.
Tijdens de opleiding wordt een actieve houding van de aiossen en (leden van de) opleidingsgroepen verwacht om kwalitatief de best mogelijke opleiding samen tot stand te brengen. Hierbij wordt uitgegaan van een competentiegericht leermodel waarbij de klinische praktijk de primaire leeromgeving is. Om de leerdoelen te behalen, zijn de aiossen en opleiders bekend met de einddoelen door dit een terugkerend thema te laten zijn op lokale en regionale opleidingsbijeenkomsten. De aios vraagt actief om feedback en de opleidingsgroep biedt deze actief aan (lokale werkwijze zijn opgenomen in het lokale opleidingsplan). Vooruitgang en eventuele aspecten die extra aandacht vereisen van de aios worden bijgehouden in het individueel elektronisch portfolio. Hiermee wordt voor zowel de aios als de opleidingsgroep een overzicht van de behaalde EPA’s, thema’s en verrichtingen en daarmee het niveau van de benodigde competenties bijgehouden.
Door dit inzicht kan de opleiding worden geïndividualiseerd en kunnen individuele leertrajecten worden opgesteld, uiteraard met als uitgangspunt de eindtermen, zoals beschreven in het LOP. Het is belangrijk om vast te stellen dat de aiossen en de opleidingsgroep gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de regionale en lokale opleiding en het continue moderniseren en optimaliseren hiervan.